De eerste kogel is voor Daan

De eerste kogel is voor Daan is een bizarre titel. Mijn voornaam was in mijn kinderjaren bepaald niet populair. Als de klas uitbundig het liedje ‘Daantje zou naar school toegaan’ zong, zat ik met een vuurrood hoofd en met dichtgeknepen keel in mijn schoolbankje. Het ging over mij! “Hier te kijken, daar te turen of de klok zou negen slaan. Jongen, jongen stap toch aan”

Die eerste kogel trof een voornaamgenoot bij het uitbreken van De Tweede Wereldoorlog. Daan de Haan is een van de vijfenveertig personen die Bert Euser nauwkeurig beschrijft in zijn geschiedschrijving over de gevallenen van Rhoon, Portugaal/ West-IJsselmonde. Euser is bedrijfseconoom en ondernemer en doet veel lokaal historisch onderzoek op professioneel niveau. Hij verblijft een groot deel van het jaar op Texel.

Al eerder verscheen De zeven mannen van het sluisje en verrichte hij archiefonderzoek voor de bestseller De vergelding van Jan Brokken. Deze keer ging hij op zoek naar de verhalen achter de dood van onbekenden en ontdekte hoe verschillend de omstandigheden waren, waaronder zij zijn gevallen.

“In augustus 1939 werd Daan gemobiliseerd. Net onder de wapenen geroepen, was hij feitelijk onvoldoende getraind. Tijdens de eerste oorlogsdag van mei 1940 werd hij geplaatst op een graanmolen aan de zuidkant van Delft langs de Rijksweg van Rotterdam naar Delft. Met twee andere soldaten zat hij in de graanmolen, van waaruit Duitse vliegtuigen in de gaten gehouden moesten worden. Helaas werd Daan eerder gezien, dan dat hij het Duitse toestel had gespot. Hij werd (…) getroffen in de halsslagader door een kogel van de scherpschutter.”